Auteur: Simone van der Vlugt
Uitgever: Lemniscaat Uitgeverij
ISBN : 9789056379803
Jaar uitgave: 2005
Aantal Pagina: 221
Genre: Historische verhalen
Leeftijd: 14+
"Hoeveel ketters, of vermeende ketters, liggen hier in de duisternis bijeen, van elkaar gescheiden door vochtige muren? Niets verstoort de stilte van de nacht, op druk geritsel en getrippel na waar Crispijn liever niet te lang bij stilstaat. Vlak voor hij besloot te gaan slapen, was zijn celgenoot naar hem toe geschuifeld en had hem een stuk brood gegeven. `Eet het niet op, ’ had hij gezegd. `Bewaar minstens de helft en leg het naast je, op je brits.’ `Waarom?’ `Dat zul je wel merken."
Het is het jaar 1565. In Brussel worden door de gevreesde inquisiteur Pieter Titelmans veel mensen opgepakt en geëxecuteerd omdat ze in opstand kwamen tegen de katholieken. Iedereen die commentaar heeft op het katholieke geloof belandt op de brandstapel. Als trouw bezoeker van de katholieke kerk denkt Crispijn dat hij veilig is.
Crispijn Matsijs is de twintigjarige eigenaar van bierbrouwerij en taveerne ‘Au brasseur’. Zijn dienstmeid Stina en haar dochtertje Eva wonen bij hem in, maar zijn beiden geen katholiek. Als Stina en Eva naar een protestantse hagenpreek gaan, worden ze opgepakt. Eva weet te ontsnappen, maar Stina moet worden bevrijd. Stina’s leven is niet meer veilig en zij vlucht alleen weg uit Brussel.
Crispijn wordt opgepakt door Pieter Titelmans, omdat hij ervan verdacht wordt hulp te hebben geboden aan de ketters. Crispijn wordt gemarteld, maar komt vrij dankzij zijn biologische maar onwettige vader, de graaf Lamoraal van Egmond. Crispijn is de bastaardzoon van de graaf. Crispijn verkoopt zijn gebrouwen bier aan de graaf Van Egmond. Behalve dat heeft hij maar heel weinig contact met zijn vader.
Crispijn probeert zijn leven weer op te pakken in zijn brouwerij in Brussel, maar dat valt niet mee. Het leven in de hoofdstad is voor hem te gevaarlijk geworden. De Spaanse koning Filips II stuurt de hertog van Alva naar de Nederlanden om alle ketters uit te roeien. Vanaf dat moment is niemand zijn leven meer zeker, ook de graaf Van Egmond niet. Tot Crispijns grote ontzetting wordt zijn vader gevangengezet. Als Crispijn zelf ook in levensgevaar komt, sluit hij zich aan bij de bosgeuzen. Deze verzetsgroep strijdt tegen de Spaanse onderdrukking.
De bastaard van Brussel begint aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog, ook wel de Opstand genoemd. Het verhaal speelt zich af over een periode van ongeveer drie jaar (1565 tot 1568). Deze jaartallen worden aangegeven in het boek. Het verhaal wordt verteld in chronologisch volgorde. Er zijn wel een paar tijdsprongen, maar die zijn maar van maximaal een maand.
Het boek is fictie: de meeste mensen en gebeurtenissen zijn verzonnen. Enkele personen in het boek hebben wel echt bestaan en sommige gebeurtenissen zijn ook werkelijk gebuerd. Zo zijn de kettervervolging van Pieter Titelmans, graaf Lamoraal van Egmond en zijn familie, de bende van Jan Camerlinck en Hans de Duivel niet verzonnen.
Het boek is geschreven vanuit de personale vertelsituatie (gezien door de ogen van de schrijver). Hierdoor kom je veel te weten over Crispijn, maar veel minder over de andere personages.
De bastaard van Brussel is een meeslepend verhaal over de persoonlijke zoektocht van Crispijn. Hij twijfelt over zijn geloof en vraagt zich af of het wel goed is hoe de katholieke kerk handelt. Hij krijgt steeds meer interesse voor het Lutherse geloof. Het gehele verhaal door voel je die spanning en twijfel. Aan het einde van het verhaal gaat hij samen met Eva naar Haarlem. Ze weten niet wat hun te wachten staat: gevaar, maar misschien ook redding en liefde. Er is hoop.
Uitgever: Lemniscaat Uitgeverij
ISBN : 9789056379803
Jaar uitgave: 2005
Aantal Pagina: 221
Genre: Historische verhalen
Leeftijd: 14+
"Hoeveel ketters, of vermeende ketters, liggen hier in de duisternis bijeen, van elkaar gescheiden door vochtige muren? Niets verstoort de stilte van de nacht, op druk geritsel en getrippel na waar Crispijn liever niet te lang bij stilstaat. Vlak voor hij besloot te gaan slapen, was zijn celgenoot naar hem toe geschuifeld en had hem een stuk brood gegeven. `Eet het niet op, ’ had hij gezegd. `Bewaar minstens de helft en leg het naast je, op je brits.’ `Waarom?’ `Dat zul je wel merken."
Het is het jaar 1565. In Brussel worden door de gevreesde inquisiteur Pieter Titelmans veel mensen opgepakt en geëxecuteerd omdat ze in opstand kwamen tegen de katholieken. Iedereen die commentaar heeft op het katholieke geloof belandt op de brandstapel. Als trouw bezoeker van de katholieke kerk denkt Crispijn dat hij veilig is.
Crispijn Matsijs is de twintigjarige eigenaar van bierbrouwerij en taveerne ‘Au brasseur’. Zijn dienstmeid Stina en haar dochtertje Eva wonen bij hem in, maar zijn beiden geen katholiek. Als Stina en Eva naar een protestantse hagenpreek gaan, worden ze opgepakt. Eva weet te ontsnappen, maar Stina moet worden bevrijd. Stina’s leven is niet meer veilig en zij vlucht alleen weg uit Brussel.
Crispijn wordt opgepakt door Pieter Titelmans, omdat hij ervan verdacht wordt hulp te hebben geboden aan de ketters. Crispijn wordt gemarteld, maar komt vrij dankzij zijn biologische maar onwettige vader, de graaf Lamoraal van Egmond. Crispijn is de bastaardzoon van de graaf. Crispijn verkoopt zijn gebrouwen bier aan de graaf Van Egmond. Behalve dat heeft hij maar heel weinig contact met zijn vader.
Crispijn probeert zijn leven weer op te pakken in zijn brouwerij in Brussel, maar dat valt niet mee. Het leven in de hoofdstad is voor hem te gevaarlijk geworden. De Spaanse koning Filips II stuurt de hertog van Alva naar de Nederlanden om alle ketters uit te roeien. Vanaf dat moment is niemand zijn leven meer zeker, ook de graaf Van Egmond niet. Tot Crispijns grote ontzetting wordt zijn vader gevangengezet. Als Crispijn zelf ook in levensgevaar komt, sluit hij zich aan bij de bosgeuzen. Deze verzetsgroep strijdt tegen de Spaanse onderdrukking.
De bastaard van Brussel begint aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog, ook wel de Opstand genoemd. Het verhaal speelt zich af over een periode van ongeveer drie jaar (1565 tot 1568). Deze jaartallen worden aangegeven in het boek. Het verhaal wordt verteld in chronologisch volgorde. Er zijn wel een paar tijdsprongen, maar die zijn maar van maximaal een maand.
Het boek is fictie: de meeste mensen en gebeurtenissen zijn verzonnen. Enkele personen in het boek hebben wel echt bestaan en sommige gebeurtenissen zijn ook werkelijk gebuerd. Zo zijn de kettervervolging van Pieter Titelmans, graaf Lamoraal van Egmond en zijn familie, de bende van Jan Camerlinck en Hans de Duivel niet verzonnen.
Het boek is geschreven vanuit de personale vertelsituatie (gezien door de ogen van de schrijver). Hierdoor kom je veel te weten over Crispijn, maar veel minder over de andere personages.
De bastaard van Brussel is een meeslepend verhaal over de persoonlijke zoektocht van Crispijn. Hij twijfelt over zijn geloof en vraagt zich af of het wel goed is hoe de katholieke kerk handelt. Hij krijgt steeds meer interesse voor het Lutherse geloof. Het gehele verhaal door voel je die spanning en twijfel. Aan het einde van het verhaal gaat hij samen met Eva naar Haarlem. Ze weten niet wat hun te wachten staat: gevaar, maar misschien ook redding en liefde. Er is hoop.