De verschillende genres van onze boeken:
Hier- en nu verhalen:
Deze verhalen kenmerken zich door het feit dat ze zich afspelen in een zelfde wereld als de echte. Ook de hoofdpersonen zijn mensen van vlees en bloed. Je kunt je makkelijk met de hoofdpersoon identificeren. De meeste hier- en nu verhalen gaan over maatschappelijke problemen zoals alcoholmisbruik, zinloos geweld, seksueel misbruik enzovoorts. De boeken van Carry Slee zijn een goed voorbeeld van dit genre.
Historische verhalen:
Dit zijn verhalen die zich afspelen in een historische setting. Dit kan een avonturenroman zijn waarbij de hoofdpersoon vaak ook een figuur is dat zelf uit het verleden komt. De eerste historische verhalen waren veelal biografieën. In Kruistocht in Spijkerbroek voert Thea Beckman een hoofdpersoon uit de twintigste eeuw op die naar het verleden wordt getransporteerd. Ook dit is een historische roman omdat het verhaal zich in een historische setting afspeelt.
Andere culturen:
Boeken zijn bij uitstek een middel om op reis te gaan naar plaatsen waar je nog nooit bent geweest. Boeken die zich afspelen in andere culturen bevatten vaak veel informatie over die andere, -vaak verre- cultuur. Sommige boeken kennen een sterk moraliserend karakter, waarbij de auteur beoogt om meer respect voor andermans cultuur te hebben.
Fantasieverhalen:
De boeken van Harry Potter en de trilogie van The Lord of the Ring zijn nu populairder dan ooit. Mede door de verfilming van deze titels. Maar het fantasieboek is ook het boek bij uitstek om volledig op te gaan in de wereld die het boek bied.Het fantasie genre is een breed genre. Zo valt Mathilde van Roald Dahl hieronder, aangezien Mathilde krachten bezit die een normaal mens niet zo bezitten. Ook de boeken over Pippi Langkous zijn fantasie boeken. Maar ook boeken die zich geheel in een andere wereld afspelen zoals The Lord of the Ring is er een uit het fantasie genre.
Griezelverhalen:
Vampiers, geesten, zombies, het zijn vaste ingrediënten voor de meeste griezelverhalen. Bekende griezelschrijvers zijn Paul van Loon die de succesvolle reeks Griezelbus schreef en Robert L. Stine auteur van Kippenvel. Griezelverhalen voorzien in de behoefte naar spanning. Griezelelementen komt men ook in andere boeken tegen, bijvoorbeeld als Harry Potter het tegen allerlei monsterlijke wezens moet opnemen.
Sciencefiction:
Dit genre speelt zich altijd af in de toekomst of in een wereld waarbij de wetenschap verder vooruit is dan zoals we die heden ten dage kennen. De naam betekent letterlijk vertaald dan ook wetenschapsfictie. De schrijver fantaseert over een wereld met gevorderde wetenschap. Vaak gaat het dan om een verbeterde vorm van infrastructuur en speelt het zich ook af in buitenaardse omgevingen. De strijd tussen verschillende planeten en volkeren staat centraal. Het genre werd vooral populair door televisie en film, denk maar aan Star Wars en Star Trek. Ze bevatten vaak een dystopische gedachte: Als de mens heden ten dage zo doorgaat is dit het (ellendige) vervolg. Dystopie is het tegenovergestelde van utopie.
Dierenverhalen:
In deze verhalen spelen dieren een hoofdrol. Vaak spreken en denken ze daarbij als mensen. Als het ware zijn het mensen in een dierengedaante. Er zijn ook boeken die het dier een dier laten en met een menselijk hoofdpersonage een avontuur laten beleven. Dit zijn dan vaak huisdieren. Bekende boeken en reeksen met dieren zijn: Winnie the Pooh, De wind in de wilgen, Waterschapsheuvel en Van de vos Reynarde. Het ene boek speelt zich geheel af in een dierenwereld zonder mensen, andere boeken vertellen het verhaal vanuit een dier, maar komen er ook mensen in voor die dan vaak als tegenstander optreedt.
Oorlogsverhalen:
Oorlogsboeken zijn tijdloos. Altijd is er ergens in de wereld wel een oorlog gaande, boeken en verhalen over dit onderwerp zullen nooit achterhaald worden.
In bijna alle oorlogsverhalen zijn er veel tegenstellingen te vinden die ook duidelijk naar voren worden gebracht. Voorbeelden hiervan zijn het verschil tussen vriend en vijand, goed en slecht, bezetting en vrijheid. Hoewel oorlogsboeken een goed einde kunnen hebben – en de meeste jeugdboeken hebben een goed of een open einde, een slecht einde komt veel minder vaak voor – is dat goede einde erg relatief. De hoofdpersoon kan immers wel blij zijn (bijvoorbeeld vanwege de bevrijding) en de oorlog overleefd hebben, maar wanneer er dierbare mensen zijn gesneuveld, staat dat in tegenstelling met het blije gevoel.
Detectiveverhalen:
In deze verhalen dient er vaak een misdaad te worden opgelost. Een moord, ontvoering, smokkelwaar. In jeugdromans zijn het altijd een groepje kinderen die de zaak moeten oplossen. Ze lossen de zaak op door een goede samenwerking. Het leuke aan dit genre is dat je hard op kan meedenken met de hoofdfiguren om het raadsel op te lossen.
Sprookjes:
Een sprookje is een traditioneel volksverhaal dat speelt op een onbepaalde plaats in een onbepaalde tijd en opent daarom vaak met de woorden "Er was eens...". In het begin van het verhaal wordt de held voor een probleem gesteld dat opgelost moet worden. De held gaat op avontuur uit en zonder dat de held zich daar veel over verwondert wordt hij tegengewerkt door kwade wezens, maar evengoed ook geholpen door goede mensen en dierhelpers. De held slaagt er in, mede dankzij zijn moed, wijsheid, eerlijkheid, goedheid of geluk, om het avontuur tot een goed einde te brengen. Het sprookje eindigt in de regel optimistisch, en vandaar de slotformule: "En ze leefden nog lang en gelukkig". In veel gevallen is de uitkomst dat de held trouwt met de prinses of dat de heldin in het huwelijk treedt met de uitverkoren prins.
Voor de onderverdeling van deze genres is gebruik gemaakt van het boek "Leesbeesten en boekenfeesten" van Jan van Coillie, Biblion Uitgeverij, ISBN: 9789076830919.
Deze verhalen kenmerken zich door het feit dat ze zich afspelen in een zelfde wereld als de echte. Ook de hoofdpersonen zijn mensen van vlees en bloed. Je kunt je makkelijk met de hoofdpersoon identificeren. De meeste hier- en nu verhalen gaan over maatschappelijke problemen zoals alcoholmisbruik, zinloos geweld, seksueel misbruik enzovoorts. De boeken van Carry Slee zijn een goed voorbeeld van dit genre.
Historische verhalen:
Dit zijn verhalen die zich afspelen in een historische setting. Dit kan een avonturenroman zijn waarbij de hoofdpersoon vaak ook een figuur is dat zelf uit het verleden komt. De eerste historische verhalen waren veelal biografieën. In Kruistocht in Spijkerbroek voert Thea Beckman een hoofdpersoon uit de twintigste eeuw op die naar het verleden wordt getransporteerd. Ook dit is een historische roman omdat het verhaal zich in een historische setting afspeelt.
Andere culturen:
Boeken zijn bij uitstek een middel om op reis te gaan naar plaatsen waar je nog nooit bent geweest. Boeken die zich afspelen in andere culturen bevatten vaak veel informatie over die andere, -vaak verre- cultuur. Sommige boeken kennen een sterk moraliserend karakter, waarbij de auteur beoogt om meer respect voor andermans cultuur te hebben.
Fantasieverhalen:
De boeken van Harry Potter en de trilogie van The Lord of the Ring zijn nu populairder dan ooit. Mede door de verfilming van deze titels. Maar het fantasieboek is ook het boek bij uitstek om volledig op te gaan in de wereld die het boek bied.Het fantasie genre is een breed genre. Zo valt Mathilde van Roald Dahl hieronder, aangezien Mathilde krachten bezit die een normaal mens niet zo bezitten. Ook de boeken over Pippi Langkous zijn fantasie boeken. Maar ook boeken die zich geheel in een andere wereld afspelen zoals The Lord of the Ring is er een uit het fantasie genre.
Griezelverhalen:
Vampiers, geesten, zombies, het zijn vaste ingrediënten voor de meeste griezelverhalen. Bekende griezelschrijvers zijn Paul van Loon die de succesvolle reeks Griezelbus schreef en Robert L. Stine auteur van Kippenvel. Griezelverhalen voorzien in de behoefte naar spanning. Griezelelementen komt men ook in andere boeken tegen, bijvoorbeeld als Harry Potter het tegen allerlei monsterlijke wezens moet opnemen.
Sciencefiction:
Dit genre speelt zich altijd af in de toekomst of in een wereld waarbij de wetenschap verder vooruit is dan zoals we die heden ten dage kennen. De naam betekent letterlijk vertaald dan ook wetenschapsfictie. De schrijver fantaseert over een wereld met gevorderde wetenschap. Vaak gaat het dan om een verbeterde vorm van infrastructuur en speelt het zich ook af in buitenaardse omgevingen. De strijd tussen verschillende planeten en volkeren staat centraal. Het genre werd vooral populair door televisie en film, denk maar aan Star Wars en Star Trek. Ze bevatten vaak een dystopische gedachte: Als de mens heden ten dage zo doorgaat is dit het (ellendige) vervolg. Dystopie is het tegenovergestelde van utopie.
Dierenverhalen:
In deze verhalen spelen dieren een hoofdrol. Vaak spreken en denken ze daarbij als mensen. Als het ware zijn het mensen in een dierengedaante. Er zijn ook boeken die het dier een dier laten en met een menselijk hoofdpersonage een avontuur laten beleven. Dit zijn dan vaak huisdieren. Bekende boeken en reeksen met dieren zijn: Winnie the Pooh, De wind in de wilgen, Waterschapsheuvel en Van de vos Reynarde. Het ene boek speelt zich geheel af in een dierenwereld zonder mensen, andere boeken vertellen het verhaal vanuit een dier, maar komen er ook mensen in voor die dan vaak als tegenstander optreedt.
Oorlogsverhalen:
Oorlogsboeken zijn tijdloos. Altijd is er ergens in de wereld wel een oorlog gaande, boeken en verhalen over dit onderwerp zullen nooit achterhaald worden.
In bijna alle oorlogsverhalen zijn er veel tegenstellingen te vinden die ook duidelijk naar voren worden gebracht. Voorbeelden hiervan zijn het verschil tussen vriend en vijand, goed en slecht, bezetting en vrijheid. Hoewel oorlogsboeken een goed einde kunnen hebben – en de meeste jeugdboeken hebben een goed of een open einde, een slecht einde komt veel minder vaak voor – is dat goede einde erg relatief. De hoofdpersoon kan immers wel blij zijn (bijvoorbeeld vanwege de bevrijding) en de oorlog overleefd hebben, maar wanneer er dierbare mensen zijn gesneuveld, staat dat in tegenstelling met het blije gevoel.
Detectiveverhalen:
In deze verhalen dient er vaak een misdaad te worden opgelost. Een moord, ontvoering, smokkelwaar. In jeugdromans zijn het altijd een groepje kinderen die de zaak moeten oplossen. Ze lossen de zaak op door een goede samenwerking. Het leuke aan dit genre is dat je hard op kan meedenken met de hoofdfiguren om het raadsel op te lossen.
Sprookjes:
Een sprookje is een traditioneel volksverhaal dat speelt op een onbepaalde plaats in een onbepaalde tijd en opent daarom vaak met de woorden "Er was eens...". In het begin van het verhaal wordt de held voor een probleem gesteld dat opgelost moet worden. De held gaat op avontuur uit en zonder dat de held zich daar veel over verwondert wordt hij tegengewerkt door kwade wezens, maar evengoed ook geholpen door goede mensen en dierhelpers. De held slaagt er in, mede dankzij zijn moed, wijsheid, eerlijkheid, goedheid of geluk, om het avontuur tot een goed einde te brengen. Het sprookje eindigt in de regel optimistisch, en vandaar de slotformule: "En ze leefden nog lang en gelukkig". In veel gevallen is de uitkomst dat de held trouwt met de prinses of dat de heldin in het huwelijk treedt met de uitverkoren prins.
Voor de onderverdeling van deze genres is gebruik gemaakt van het boek "Leesbeesten en boekenfeesten" van Jan van Coillie, Biblion Uitgeverij, ISBN: 9789076830919.